We willen allemaal natuurlijk dat onze leerlingen gaan lezen, en vooral dat ze het leuk en fijn gaan vinden. Maar hoe zit het met ons voorbeeldgedrag? Natuurlijk, docenten Nederlands lezen. Veel en graag. Dat is logisch. Dat vinden leerlingen ook.

Maar hoe zou het zijn als onze collega’s ook een voorbeeld zijn? Dat leerlingen zien dat niet alleen talendocenten lezen, maar ook hun mentor die wiskunde geeft. En de conciërge, die in de pauze met de krant op schoot een broodje zit te eten. Dus: als we onze collega’s aan het lezen krijgen, gaan de leerlingen vanzelf mee (nou ja, dan is de kans in ieder geval groter).

De eerste L: Leesvoorbeeld

Zien lezen doet lezen. Dus hoe meer ‘leesvoorbeelden’ de leerling om zich heen ziet, des te groter de kans dat het aanstekelijk werkt. Hoe breng je dit in beeld? Door docenten met hun favoriete boek te portretteren. Of door een gezamenlijk leesmoment te creëren in het rooster waarop iedereen lekker leest, ook de rector en de docent lichamelijke opvoeding. En altijd enthousiast vertellen over wat je leest.

De tweede L: Leesbegeleiding

Alleen maar lezen is lekker, maar erover praten is nog veel lekkerder. Stel vooral nieuwsgierige vragen, dan is er geen ‘goed’ of ‘fout’.  De rol van ‘helpende volwassene’[1] kan iedereen op deze manier invullen.

• Zou ik dit boek/dit tijdschrift/dit artikel ook leuk vinden? Waarom wel/niet?
• Zou je hier meer van willen weten?
• Hoe ver ben je al?
• En als je samen hetzelfde boek leest: ‘geen spoilers!’
• Zou je meer willen lezen van deze schrijver? Waarom wel/niet?

En wie weet, misschien is er wel animo voor een boekenclub, waarin docenten én leerlingen samen lezen en praten. Hoe tof zou dat zijn?

De derde L: Leesaanbod

Als je je collega’s aan het lezen wil krijgen, moeten er wel boeken zijn. Dus: zet een (ruil)boekenkast in de personeelskamer, kies het boek van de maand en zorg voor relevante vakliteratuur (ja, ook dat is lezen). En het kerstpakket? Dat is natuurlijk een boek naar keuze!

[1] Aidan Chambers

Meer weten?

Ben je beginnend taalcoördinator en zit je ook met de volgende vragen?

• Je hebt nog weinig beeld bij wat taalbeleid allemaal inhoudt.
• Je weet niet goed waar je moet beginnen.
• Je weet eigenlijk niet wat er in een taalbeleidsplan moet staan.
• Er is eerder wel iets op school gedaan aan taalbeleid, maar dat is niet door iedereen goed ontvangen. Hoe lukt het je nu wel?
• Je bent op zoek naar manieren om je collega’s mee te krijgen.

Wij leren je in onze cursus ‘Taalbeleid in de praktijk’ graag op welke manier je succesvol taalbeleid implementeert in de hele school. Hoe je ervoor kunt zorgen dat niet alleen de sectie Nederlands zich betrokken voelt bij dit onderwerp, maar alle collega’s de verantwoordelijkheid voelen en nemen.

De cursus start op maandag 23 januari 2023.